Het verhaal begint op 24 juni 1995. Twee buurmeisjes, Julie en Melissa verdwijnen. De ouders tasten volledig in het duister. Er is geen enkel spoor. Met het engagement van velen organiseren ze zelf zoektochten.
De bevrijding van Sabine en Laetitia roept veel vreugde op. Los van de gruwel die ze hebben moeten ondergaan, lijkt er ogenschijnlijk een happy end te zijn. Twee meisjes werden levend gered en er is een doorbraak in het onderzoek. Maar het gevoel kantelt snel. Het inzicht groeit dat Dutroux en co verantwoordelijk zijn voor tal van ontvoeringen.
De begrafenissen van de vier vermoorde meisjes worden op de nationale zenders uitgezonden. Het land is in rouw. "De vraag naar het waarom van hun dood, zal altijd blijven knagen," zo zegt Paul Marchal, vader van An. Na betogingen her en der wordt er een grote Witte Mars georganiseerd in Brussel.
"Ik geloof het niet," zegt een voorbijgangster op een marktplein wanneer een journalist haar vraagt wat ze denkt over de ontsnapping van Dutroux. Diezelfde blikken zien we in het parlement. De verdachte wordt weliswaar snel terug gevat, maar het schandaal is er niet minder om. Het onderzoek zelf vordert langzaam.