S1, A1: In 1852 arriveert een onervaren pastoor met zijn gezin in Kengis, een plattelandsdorp waar alcoholisme en zedeloosheid hoogtij vieren. Hij wil veranderingen doorvoeren, maar veel dorpelingen verzetten zich, vooral als hij alcohol dreigt te verbieden en het collectegeld wil besteden aan de armen. Ook het feit dat hij een Sami-pleegzoon heeft, Jussi, valt niet goed bij de bewoners, vooral niet als Jussi verliefd wordt op het boerenmeisje Maria. Als het herdersmeisje Hilda spoorloos verdwijnt, gaan er geruchten over een moordlustige beer. De pastoor vermoedt dat er een mens achter de verdwijning zit en gaat samen met Jussi op onderzoek uit. Ze doen een gruwelijke ontdekking.
