Aan de waterkant verzamelt zich een dappere groep mannetjespinguïns die zich voorbereiden om de gevaarlijke reis over land te maken. Met veel bedreigingen in het vooruitzicht, moeten ze elkaar onderweg beschermen. Ze hebben immers een belangrijke missie: het is tijd om te broeden en ze moeten een hol vinden voordat de vrouwtjes arriveren.

De westkust van Nieuw-Zeeland is een ruige, ongerepte wildernis. Het is het thuis van zeldzame dieren, zoals kiwi's en kea's, die hier sluw en gehard moeten zijn om te overleven.

In Nieuw-Zeeland beschermen twee wilde vestingen de kwetsbare inheemse dieren. De eerste is een afgelegen eiland beschermd door een gracht van zout water, de ander is een citadel op een heuveltop omgeven door een roofdierbestendige barrière. Dit is het verhaal van delicate toevluchtsoorden en het leven dat er prima gedijt.

Aan de oostkust van Nieuw-Zeeland is het voorjaar een veelbelovende tijd voor de Nieuw-Zeelandse pelsrob en de Noordelijke Koningsalbatros. Ze zijn teruggekeerd naar land om te broeden. Maar moeilijk terrein, veranderlijk weer en hongerige roofdieren zullen er alles aan doen om hun het leven zo moeilijk mogelijk te maken. Alleen de sterksten zullen overleven om zich voort te kunnen planten.

Nieuw-Zeeland is een paradijs vol unieke dieren, maar ook thuis voor miniatuurmonsters. Van vleesetende duizendpoten en nachtelijke krekels tot oeverspinnen en gloeiende wormen—hier strijden de griezeligste beestjes om te overleven.