Amadeo is bang dat zijn zoon Matías te veel tijd doorbrengt met spelletjes spelen op zijn tablet. Daarom vertelt hij hem voor het slapengaan een verhaal waar veel verbeelding voor nodig is. Lang geleden, toen Amadeo nog een verlegen jongen was, werkte hij in een bar. Daar ontmoette hij Laura en hij werd verliefd op haar. Hij liet haar zijn tafelvoetbaltafel zien. Hij had hem zelf mooier gemaakt door de spelers in het team met de gestreepte shirts persoonlijke kenmerken te geven. Met het andere team had hij niks gedaan. Op dat moment wandelt er een jongen de bar binnen. Hij zegt dat hij de beste voetbalspeler ooit is en hij daagt Amadeo uit voor een tafelvoetbalwedstrijd, voor de ogen van Laura. Amadeo wil eerst niet op de uitdaging ingaan, maar doet het dan toch en hij wint. De mensen in de bar juichen hem toe en de jongen verlaat beschaamd de bar. Hij schreeuwt dat hij een hekel heeft aan de stad en dat hij had moeten winnen. Voor de deur van de bar ontmoet hij een manager, die voorstelt om een fantastische voetbalspeler van hem te maken. Jaren later vertelt Laura dat ze in Europa gaat studeren. De beschaamde jongen uit de bar komt terug voor wraak. Hij is nu 'Grosso', een beroemde voetballer. Hij kondigt aan dat hij de hele stad heeft gekocht en dat hij alles gaat platgooien om er een enorm voetbalstadium op te bouwen. Maar eerst vernietigt hij de bar waar Amadeo hem heeft verslagen, neemt hij de voetbaltafel mee en ontvoert hij Laura. In de brokstukken van de verwoeste bar kan Amadeo nog net de aanvoerder van het gestreepte team, Capi, redden. De rest wordt naar de vuilnisbelt afgevoerd. Amadeo is erg verdrietig en een van zijn tranen valt op Capi, die dan tot leven komt. Capi overtuigt hem om in actie te komen. Hij moet de rest van de spelers terughalen en Laura redden.