HANNA

Vijftien jaar nadat Erik Heller baby Hanna uit een geheim Roemeens instituut heeft bevrijd, leven de twee diep in het Poolse bos. Erik heeft Hanna goed leren moorden en jagen. Maar nieuwsgierig naar wat zich buiten die afgezonderde wereld bevindt, waagt ze zich verder van huis. Dat trekt de aandacht van CIA-agent Marissa Wiegler, die Hanna al sinds haar geboorte zoekt.

Nadat Hanna gepakt is door Marissa's mannen, vecht ze om uit het Marokkaanse CIA-gebouw te ontsnappen en naar Erik in Berlijn te gaan. Onderweg ontmoet ze Sophie, een Britse tiener op vakantie met haar familie, die Hanna laat kennismaken met de echte wereld en de opwindende tienertijd. Ondanks deze glimp van een normaal leven is de bedreiging van Marissa en haar agenten altijd in de buurt.

Erik houdt Marissa gevangen en probeert tot een akkoord te komen om hem en Hanna veilig uit Berlijn te krijgen. Intussen houdt Hanna zich schuil bij Dieter en zijn gezin. Wanhopig om meer te weten over wat haar vader van plan is, ontdekt Hanna een enorm geheim in haar eigen verleden. Terwijl hun ontsnappingsplan vorm begint te krijgen, probeert Marissa zelf te ontsnappen.

De relatie tussen Sophie en Hanna wordt gespannen door hun interesse in Anton. Intussen komt Marissa bij Sophies huis, waarbij ze zich voordoet als Hanna's moeder. Hanna moet beslissen of ze Sophie en haar familie in gevaar brengt of haar eigen vrijheid opgeeft en met Marissa meegaat. Intussen wordt een gevangen Erik bruut ondervraagd door Sawyer en zijn mannen.