Dana is negen jaar en dol op dinosaurussen. Haar leven verandert voorgoed wanneer ze een Dino Veldgids krijgt: een boek dat haar niet alleen nieuwe dingen over dinosaurussen leert, maar dat haar ook dino's in de echte wereld laat fantaseren.

Door haar hoogtevrees staat Saara op het punt te zakken voor haar zwemexamen, maar Dana en een aantal dinosaurussen helpen Saara om haar angst te overwinnen. Dana bestudeert de jachttechnieken van de Microraptor wanneer ze een muis in huis vindt. Ze overtuigt haar moeder om geen val te zetten, maar dinotrucjes te gebruiken om het diertje te vangen.

Wanneer Dana twee dino's uit dezelfde familie ziet vechten, bedenkt ze een experiment om te zien waarom verwante dinosaurussen met elkaar zouden vechten. Terwijl Dana's moeder een doodsbange slangenbabysitter in de kliniek heeft, maakt Dana kennis met een Titanoboa, de grootste slang aller tijden.

Dana gaat onderzoeken hoe dinosaurussen vrienden maken, nadat ze zelf niet met Saara mee mag spelen. Met de hulp van haar moeder en een yoga-instructrice onderzoekt Dana waarom dinomoeders tegen hun eieren praten.

Dana bezoekt het ziekenhuis nadat ze gezien heeft hoe een Kentrosaurus verwond is door een Albertosaurus. Wanneer Dana wil leren hoe dino's voor hun kinderen zorgden, wordt ze opgenomen in een Maiasauragezin.

Wanneer een Dromaeosaurus de tuinflamingo's van meneer Hendrickson aanvalt, besluit Dana de nepvogels te gaan beschermen. Dana probeert haar netste jurk schoon te houden op de warmste dag van het jaar terwijl ze uitzoekt hoe dinosaurussen zichzelf koel houden.